Jesaja 45,1-7
(Als PDF)
1Dit zegt de HEER tegen Cyrus, zijn gezalfde,
die hij bij de rechterhand neemt,
aan wie hij volken onderwerpt,
voor wie hij koningen ontwapent,
voor wie hij deuren opent –
geen poort blijft gesloten:
2Ik zal voor je uit gaan,
ik zal ringmuren slechten,
bronzen deuren verbrijzelen,
ijzeren grendels stukbreken.
3Ik zal je verborgen schatten schenken,
diep weggeborgen rijkdommen.
Dan zul je weten dat ik de HEER ben,
de God van Israël, die jou bij je naam roept.
4Omwille van mijn dienaar Jakob,
van Israël, dat ik heb uitgekozen,
heb ik je bij je naam geroepen
en je met een erenaam getooid,
ofschoon je me niet kende.
5Ik ben de HEER, er is geen ander,
buiten mij is er geen god.
Ik heb je omgord met wapens,
ofschoon je me niet kende.
6Zo zal iedereen, van oost tot west,
weten dat er niets is buiten mij.
Ik ben de HEER, er is geen ander
7die het licht vormt en het donker schept,
die vrede maakt en onheil schept.
Ik ben het, de HEER, die al deze dingen doet.
Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap