Aan te raden  

   

Jesaja 63,19b-64,8

(Als PDF)

 

Scheurde u maar de hemel open om af te dalen!

De bergen zouden voor u beven.

641Zoals vuur dorre twijgen in vlam zet,

zoals vuur water doet koken,

zo zou u uw vijanden uw naam laten kennen

en alle volken voor u laten beven,

2omdat u de geduchte daden doet

waarop wij niet durven hopen.

Als u toch zou afdalen!

De bergen zouden voor u beven.

3Nog nooit is zoiets gehoord,

niet eerder zoiets vernomen.

Geen oog zag ooit een god buiten u,

die opkomt voor wie op hem wacht.

4U komt ieder tegemoet

die van harte ​rechtvaardig​ handelt,

die uw weg gaat, met u voor ogen.

Maar nu bent u in toorn ontstoken,

omdat wij gezondigd hebben.

Hadden we maar de oude weg gevolgd,

dan zouden we worden gered.

5Wij allen zijn ​onrein​ geworden,

onze ​gerechtigheid​ is als het kleed

van een menstruerende vrouw.

Wij allen zijn als verwelkte bladeren,

verwaaid op de wind van ons wangedrag.

6Er is niemand die uw naam aanroept,

die zich ertoe zet uw hand te grijpen.

U hebt uw gelaat voor ons verborgen,

u hebt ons moedeloos gemaakt

en ons overgeleverd aan ons eigen wangedrag.

7Toch, HEER, bent u onze vader,

wij zijn de klei, door u gevormd,

wij zijn het werk van uw handen.

8Laat uw grote toorn toch varen, HEER,

houd onze schuld niet steeds in gedachten,

maar zie ons aan: wij zijn toch uw volk?

 

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling

© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

   
© Tim van Beek / Bijdezondag