Aan te raden  

   

Matteüs 28: 1-10

Als PDF

Een engel komt bij het graf

281De ​sabbat​ was voorbij. De volgende dag gingen ​Maria​ uit Magdala​ en de andere ​Maria​ bij het ​graf​ kijken. Het was nog vroeg, de zon kwam net op.

2Opeens was er een grote aardbeving. Er kwam een ​engel​ van de ​Heer​ uit de hemel naar beneden. Hij rolde de steen van het ​graf​ weg en ging erop zitten. 3Hij leek op het stralende licht van de bliksem. En zijn ​kleren​ waren zo wit als sneeuw.

4De soldaten die het graf moesten bewaken, beefden van angst en vielen op de grond. Het leek alsof ze dood waren.

De vrouwen horen dat Jezus is opgestaan

5De ​engel​ zei tegen de vrouwen: ‘Jullie hoeven niet bang te zijn. Ik weet dat jullie op zoek zijn naar ​Jezus, die aan het ​kruis​ gestorven is. 6Maar hij is hier niet. Want hij is ​opgestaan​ uit de dood, zoals hij gezegd heeft. Kom maar kijken, hier heeft hij gelegen.

7Ga nu snel naar de ​leerlingen​ en zeg hun dat ​Jezus​ uit de dood is ​opgestaan. Vertel hun ook dat ​Jezus​ naar Galilea gaat. En dat ze hem daar zullen zien. Dat is wat ik tegen jullie moest zeggen.’

De vrouwen zien Jezus

8Snel gingen de vrouwen weg bij het ​graf. Ze waren geschrokken, maar ook ontzettend blij. Ze wilden zo snel mogelijk aan de ​leerlingen​ gaan vertellen wat er gebeurd was.

9Op dat moment kwam ​Jezus​ hun tegemoet, en hij groette hen. De vrouwen liepen op hem af. Ze knielden voor hem en pakten zijn voeten vast. 10Jezus​ zei: ‘Jullie hoeven niet bang te zijn. Ga aan mijn vrienden vertellen dat ze naar Galilea moeten gaan. Daar zullen ze mij zien.’


Uit: De Bijbel in Gewone Taal
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

   
© Tim van Beek / Bijdezondag