Aan te raden  

   

Johannes 10: 1-10

Als PDF

De goede herder

1‘Waarachtig, ik verzeker u: wie de ​schaapskooi​ niet binnengaat door de deur maar ergens anders naar binnen klimt, is een ​dief​ of een rover. 2Wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen. 3Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. 4Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. 5Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen.’ 6Jezus​ vertelde hun deze ​gelijkenis, maar ze begrepen niet wat hij bedoelde.

7Hij ging verder: ‘Waarachtig, ik verzeker u: ik ben de deur voor de schapen. 8Wie vóór mij kwamen waren allemaal ​dieven​ en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. 9Ik ben de deur: wanneer iemand door mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden. 10Een ​dief​ komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.


Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

   
© Tim van Beek / Bijdezondag