Aan te raden  

   

Matteüs 9: 35 – 10:15

Als PDF

 

Uitzending van de twaalf 35. Jezus trok rond langs alle steden en dorpen, hij gaf er onderricht in de synagogen, verkondigde het goede nieuws over het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal. 36. Toen hij de mensenmenigte zag, voelde hij medelijden met hen, omdat ze er uitgeput en hulpeloos uitzagen, als schapen zonder herder. 37. Hij zei tegen zijn leerlingen: ‘De oogst is groot, maar er zijn weinig arbeiders. 38. Vraag dus de eigenaar van de oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen.’

101. Daarop riep hij zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hun de macht om onreine geesten uit te drijven en iedere ziekte en elke kwaal te genezen. 2. Dit zijn de namen van de twaalf apostelen: als eerste Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes, 3. Filippus en Bartolomeüs, Tomas en de tollenaar Matteüs, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Taddeüs, 4. en ten slotte Simon Kananeüs en Judas Iskariot, die hem zou uitleveren. 5. Deze twaalf zond Jezus uit, en hij gaf hun de volgende instructies: ‘Sla niet de weg naar de heidenen in en bezoek geen Samaritaanse stad. 6. Ga liever op zoek naar de verloren schapen van het volk van Israël. 7. Ga op weg en verkondig: “Het koninkrijk van de hemel is nabij.” 8. Genees zieken, wek doden op, maak mensen die aan huidvraat lijden rein en drijf demonen uit. Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven! 9. Neem in je beurs geen gouden, zilveren of koperen munten mee, 10. schaf je voor onderweg geen reistas aan, geen extra kleren, geen sandalen en geen stok, want een arbeider is het waard dat er in zijn onderhoud wordt voorzien. 11. In elke stad en in elk dorp waar je komt, moet je uitzoeken wie het waard is je te ontvangen; blijf daar dan tot je weer verdergaat. 12. Groet de bewoners van het huis dat je binnengaat. 13. Laat jullie vrede over dat huis komen als het dat waard is, maar als het dat niet waard is, laat dan die vrede naar je terugkeren. 14. En als ze je niet willen ontvangen noch naar je woorden willen luisteren, verlaat dan dat huis of die stad en schud het stof van je voeten. 15. Ik verzeker jullie: de dag van het oordeel zal voor het land van Sodom en Gomorra draaglijker zijn dan voor die stad.

 

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

   
© Tim van Beek / Bijdezondag