Aan te raden  

   

Exodus 14: 15 - 15: 1

(Als PDF)

 

15DeHEERzei tegenMozes: ‘Waarom roep je mij te hulp? Zeg tegen de Israëlieten dat ze verder trekken.16Jij moet je staf geheven houden boven de zee en zo het water splijten, zodat de Israëlieten dwars door de zee kunnen gaan, over droog land.17Ik zal de Egyptenaren onverzettelijk maken zodat ze hen achterna gaan, en dan zal ik mijn majesteit tonen door defaraoen zijn hele leger, zijn wagens en zijn ruiters, ten val te brengen.18De Egyptenaren zullen beseffen dat ik deHEERben, als ik in mijn majesteit defarao, met al zijn wagens en ruiters, ten val heb gebracht.’

19De engel van God, die steeds voor het leger van de Israëlieten uit was gegaan, stelde zich nu achter hen op. Ook de wolkkolom die eerst voor hen uit ging stelde zich achter hen op,20zodat hij tussen het leger van de Egyptenaren en dat van de Israëlieten kwam te staan. Aan de ene kant bracht de wolk duisternis, aan de andere kant verlichtte de vuurzuil de nacht. Die hele nacht konden de legers niet bij elkaar komen.21Toen hieldMozeszijn arm boven de zee, en deHEERliet de zee terugwijken door gedurende de hele nacht een krachtige oostenwind te laten waaien. Hij veranderde de zee in droog land. Het water spleet,22en zo konden de Israëlieten dwars door de zee gaan, over droog land; rechts en links van hen rees het water op als een muur.23De Egyptenaren achtervolgden hen, alle paarden en wagens van defaraoen al zijn ruiters gingen achter hen aan de zee in.24Maar in de morgenwake keek deHEERvanuit de vuurzuil en de wolkkolom neer op het Egyptische leger en zaaide paniek onder hen.25Hij liet de wielen van de wagens vastlopen, zodat de Egyptenaren de grootste moeite hadden om vooruit te komen. ‘Laten we vluchten!’ riepen ze. ‘DeHEERsteunt de Israëlieten, hij strijdt tegen ons!’

26DeHEERzei tegenMozes: ‘Strek je arm uit boven de zee; dan stroomt het water terug, over de Egyptenaren en over al hun wagens en ruiters.’27Mozesgehoorzaamde, en toen de dageraad aanbrak, stroomde de zee terug naar haar gewone plaats. De Egyptenaren vluchtten het water tegemoet, deHEERdreef hen regelrecht de golven in.28Het terugstromende water overspoelde het hele leger van defarao, al zijn wagens en ruiters, die achter de Israëlieten aan de zee in gereden waren; niet een van hen bleef in leven.29Maar de Israëlieten waren dwars door de zee gegaan, over droog land, terwijl rechts en links van hen het water als een muur omhoogrees.

30-31Zo redde deHEERde Israëlieten die dag uit de handen van de Egyptenaren. Toen ze de Egyptenaren dood langs de zee zagen liggen en het tot hen doordrong hoe krachtig deHEERtegen Egypte was opgetreden, kregen ze ontzag voor deHEERen stelden ze hun vertrouwen in hem en in zijn dienaar Mozes.

151Toen zongMozes, samen met de Israëlieten, dit lied ter ere van deHEER:

‘Ik wil zingen voor deHEER,

zijn macht en majesteit zijn groot!

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

   
© Tim van Beek / Bijdezondag