Aan te raden  

   

Johannes 20:1-18

(Als PDF)

Jezusisopgestaanuit de dood

Maria komt bij hetgraf

1 Na desabbat, op zondagochtend, ging Maria uit Magdala naar hetgraf. Het was heel vroeg in de ochtend, het was nog donker. Toen ze bij hetgrafkwam, zag ze dat desteenvoor hetgrafweggehaald was.

2 Maria rende weg, naar SimonPetrusen deleerlingvan wieJezusveel hield. Ze zei tegen hen: ‘DeHeeris weggehaald uit hetgraf! En ik weet niet waar hij naartoe gebracht is.’3 Meteen gingenPetrusen de andereleerlingopwegnaar hetgraf,4 ze renden erheen. De andereleerlingliep sneller danPetrus, en was het eerst bij hetgraf.5 Hij keek naar binnen en zag de doeken liggen. Maar hij ging hetgrafniet in.

Deleerlingenkijken in hetgraf

6 Kort daarna kwam ook SimonPetrusbij hetgraf. Hij ging wel naar binnen. Hij zag de doeken liggen,7 ook de doek die om het hoofd vanJezusgezeten had. Die lag niet bij de andere doeken, maar apart, netjes opgerold.

8 De andereleerlingging nu ook hetgrafin. Toen hij de doeken daar zo zag liggen, geloofde hij datJezuswasopgestaan.9 In deheiligeboeken stond al datJezusmoest opstaan uit de dood. Maar dat hadden deleerlingennog niet begrepen.

10 Toen gingenPetrusen de andereleerlingterug naar huis.

Maria ontmoetJezus

11 Maria bleef huilend bij hetgrafstaan. En terwijl ze huilde, keek ze naar binnen in hetgraf.12 Daar zag ze tweeengelenin wittekleren. Deengelenzaten op de plaats waar het lichaam vanJezusgelegen had. De één zat aan het hoofdeind, de ander

aan het voeteneind.13 Deengelenvroegen haar: ‘Waarom huil je?’ Maria zei: ‘MijnHeeris weggehaald uit hetgraf. En ik weet niet waar hij naartoe gebracht is.’

14 Toen ze dat gezegd had, draaide ze zich om. Ze zag iemand staan. Het wasJezus, maar Maria wist niet dat hij het was.15Jezusvroeg aan haar: ‘Waarom huil je? Wie zoek je?’ Maria dacht dat het de tuinman was, en zei: ‘Meneer, hebt u soms mijnHeeruit hetgrafweggehaald? Vertel me dan waar u hem naartoe gebracht hebt! Dan kan ik hem meenemen.’

16Jezuszei tegen haar: ‘Maria.’ Maria ging naar hem toe en zei: ‘Rabboeni!’ Dat is Hebreeuws en het betekent: meester.17 MaarJezuszei tegen haar: ‘Houd me niet vast, want ik moetomhooggaannaar de Vader. En jij moet aan mijn vrienden gaan vertellen dat ik gezegd heb: ‘Ik ga omhoog naar mijn Vader, die ook jullie Vader is. Ik ga naar mijn God, die ook jullie God is.’’

18 Toen ging Maria uit Magdala naar deleerlingen. Ze zei tegen hen: ‘Ik heb deHeergezien!’ En ze vertelde alles watJezustegen haar gezegd had.

Uit: De Bijbel in Gewone Taal
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

   
© Tim van Beek / Bijdezondag