Aan te raden  

   

Lucas 20: 9 – 16a

(Als PDF)

Het voorbeeld van de wijngaard 

9 Daarna gaf Jezus het volk een voorbeeld. Hij zei: ‘Een man heeft een wijngaard. Hij verhuurt die wijngaard aan boeren en gaat zelf voor lange tijd op reis. 10 In de tijd van de oogst stuurt de man een knecht naar de wijngaard. Die moet bij de boeren een deel van de opbrengst ophalen. Maar de boeren slaan de knecht, en sturen hem weg met lege handen. 11 Dan stuurt de man een andere knecht naar de wijngaard. Maar de boeren slaan ook die knecht en ze beledigen hem. Ze sturen ook hem weg met lege handen. 12 Daarna stuurt de man een derde knecht. Ook die wordt hard geslagen en de wijngaard uit gejaagd.

13 Ten slotte vraagt de eigenaar zich af wat hij nu moet doen. Hij denkt: Ik stuur mijn zoon, van wie ik heel veel houd. Voor hem zullen de boeren waarschijnlijk wel respect hebben.

14 Maar als de boeren de zoon zien, zeggen ze tegen elkaar: ‘Kijk, daar komt de zoon. Hij zal al het bezit van zijn vader krijgen. Kom, we slaan hem dood! Dan is de wijngaard van ons.’ 15 De boeren slepen de zoon de wijngaard uit en slaan hem dood.’

Daarna zei Jezus: ‘Wat zal de eigenaar van de wijngaard nu doen?16 Hij zal zelf komen. Hij zal de boeren doden, en de wijngaard aan anderen geven.’


Uit: De Bijbel in Gewone Taal
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

   
© Tim van Beek / Bijdezondag