Aan te raden  

   

2 Koningen 5: 1-15

(Als PDF)

 

Naäman, de bevelhebber van het Aramese leger, stond bij zijn koning in hoog aanzien en werd zeer door hem gewaardeerd, want deHEERhad hem voor Aram een grote overwinning laten behalen. Maar deze grote krijgsman leed aan huidvraat.2Nu hadden de Arameeërs op een van hun strooptochten uit Israël een jong meisje meegevoerd, dat als slavin diende bij de vrouw van Naäman.3Zij zei tegen haar meesteres: ‘Ach, kon mijn meester maar eens naar deprofeetin Samaria gaan, die zou hem wel genezen.’4Naäman ging naar zijn koning en vertelde hem wat het meisje uit Israël had gezegd.5Daarop zei de koning van Aram: ‘Ga erheen. Ik zal u een brief meegeven voor de koning van Israël.’

Naäman ging opweg, met tien talent zilver bij zich, zesduizendsjekelgoud en tien stel kleren.6In de brief die hij aan de koning van Israël overhandigde, stond het volgende: ‘Met deze brief stuur ik mijn dienaar Naäman naar u toe, om door u van zijn huidvraatte worden genezen.’7Zodra de koning van Israël de brief gelezen had, scheurdehij zijn klerenen riep uit: ‘Ben ik soms een god, dat ik kan beschikken over leven of dood? Hij stuurt mij deze man om hem van zijn huidvraatte genezen. Let op mijn woorden: hij is uit op een conflict met mij!’8Toen degodsmanElisahoorde dat de koning van Israël zijnklerenhad gescheurd, liet hij hem vragen: ‘Waarom hebt u uwklerengescheurd? Laat die man bij mij komen, dan zal hij merken dat er in Israël een echteprofeetwoont.’

9Naäman reed met zijnstrijdwagennaar hethuisvan Elisa.10Elisastuurde iemand naar buiten om hem te zeggen: ‘Baad u zevenmaal in deJordaan, dan zal uw huid weer gezond worden en zult u weerreinzijn.’11Kwaad ging Naäman weg. ‘Ik had gedacht dat hij zelf naar buiten zou komen,’ zei hij. ‘En dat hij de naam van deHEER, zijn God, zou aanroepen en met zijn hand over de aangetaste plek zou strijken, en zo dehuidvraatzou wegnemen.12Zijn de rivieren van Damascus, de Abana en de Parpar, soms niet beter dan alle wateren in Israël? Had ik me daarin niet kunnen baden omreinte worden?’ Verontwaardigd draaide hij zich om en ging weg.13Maar zijn bedienden kwamen hem achterna en zeiden: ‘Maar overste, als deprofeetu een ingewikkelde opdracht had gegeven, had u die toch ook uitgevoerd? Dus nu hij tegen u zegt: “Baad u, en u zult weerreinworden,” moet u dat zeker doen.’14Hierop daalde Naäman af naar deJordaanen dompelde zich daar zevenmaal onder, zoals degodsmanhad gezegd. Zijn huid werd weer gezond, zo gaaf als de huid van een kind, en hij was weer rein.15Toen keerde hij met zijn hele gevolg naarElisaterug, maakte bij degodsmanzijn opwachting en zei: ‘Ik wist wel dat er behalve in Israël in de hele wereld geen god is.

 

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling

© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

 

   
© Tim van Beek / Bijdezondag