Aan te raden  

   

Ezechiël 39,21-29

(Als PDF)

 

21Ik zal mijn grootheid onder alle volken doen gelden. Ze zullen zien hoe ik ze straf en hoe ik ze mijn wil opleg.

22Vanaf die dag zal het volk vanIsraël beseffen dat ik, deHEER, hun God ben,23en de andere volken zullen beseffen dat de Israëlieten zelf aan hun ballingschap schuldig zijn. Omdat ze mij ontrouw waren verborg ik mijn gelaat voor hen. Ik leverde hen aan hun vijanden uit, en zij vielen door het ​zwaard.24Ik heb hen behandeld zoals past bij hun ​onreinheid​ en hun ​misdaden, ik heb me van hen afgewend.25Maar, zegt God, deHEER: Nu zal ik ​Jakobs​ lot ten goede keren, me ontfermen over heel het volk vanIsraël en strijden voor mijn ​heilige​ naam.26Hun schande en ontrouw aan mij moeten ze dragen, ook wanneer ze weer onbezorgd in hun land wonen, door niemand opgeschrikt.27Door hen weg te halen bij de vreemde volken, door hen bijeen te brengen uit de landen van hun vijanden, laat ik vele volken zien dat ik ​heilig​ ben.28Ze zullen beseffen dat ik, deHEER, hun God ben: ik heb hen over de hele wereld in ballingschap gestuurd en ik breng hen ook weer naar hun eigen land terug; ik zal niemand achterlaten.29Ik zal mijn geest over het volk van Israël uitgieten en mijn gelaat niet meer voor hen verbergen – zo spreekt God, deHEER.”’

 

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling

© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

   
© Tim van Beek / Bijdezondag