Aan te raden  

   

Jeremia 20,7-13

(Als PDF) 

Klacht van ​Jeremia

7‘HEER, u hebt mij verleid, en ik ben bezweken,

u was te sterk voor mij en hebt mij in uw greep gekregen.

Dag in dag uit lachen ze om mij,

iedereen bespot mij.

8Telkens als ik spreek, moet ik schreeuwen:

“Ik word mishandeld, onderdrukt!”

Want de woorden van de HEER brengen mij

dag in dag uit schande en vernedering.

9Als ik denk: Ik wil hem niet meer noemen,

niet meer spreken in zijn naam,

dan laait er in mijn ​hart​ een vuur op,

dan brandt het in mijn gebeente.

Ik doe moeite om het in bedwang te houden,

maar ik kan het niet.

10Want de mensen bauwen mij na:

“Overal paniek! Overal paniek!

Roep het, dan vertellen wij het verder.”

Al mijn vrienden zijn uit op mijn val:

“Misschien laat hij zich verleiden,

dan krijgen wij hem in onze greep,

dan wreken wij ons op hem.”

11Maar de HEER staat mij terzijde als een machtig krijgsman.

Daarom komen mijn belagers ten val,

ze krijgen mij niet in hun greep.

Ze zullen diep worden beschaamd,

ze zullen hun doel niet bereiken.

Ze worden overladen met eeuwige schande,

nooit zal die worden vergeten.

12 HEER van de hemelse machten,

die alles ​rechtvaardig​ onderzoekt,

die ​hart​ en nieren doorgrondt,

laat mij zien dat u zich op hen wreekt.

U leg ik mijn zaak voor.

13Zing voor de HEER, loof de HEER,

want hij heeft het leven van de arme

uit de handen van boosdoeners gered.

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

   
© Tim van Beek / Bijdezondag