Deuteronomium. 6,1-9
(Als PDF)
1 Dit zijn de geboden, wetten en regels die ik u in opdracht van de HEER, uw God, moet leren en die u moet naleven in het land aan de overkant, dat u in bezit zult nemen. 2 U moet voor de HEER, uw God, ontzag tonen door u te houden aan zijn wetten en geboden, zoals ik die nu aan u geef; dat geldt voor u, zolang u leeft, en voor uw kinderen en uw kleinkinderen. Dan zult u met een lang leven gezegend worden. 3 Luister dus, Israël, en neem ze nauwlettend in acht. Dan zal het u goed gaan in het land dat overvloeit van melk en honing, en zult u sterk in aantal toenemen, zoals de HEER, de God van uw voorouders, u heeft toegezegd.
De HEER is de enige
4 Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige! 5 Heb daarom de HEER, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. 6 Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. 7 Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. 8 Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. 9 Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad.
Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap