Aan te raden  

   

2 Samuël 7,4-16

(Als PDF)

4Maar diezelfde nacht richtte de HEER zich tot ​Natan5‘Zeg tegen mijn dienaar, tegen ​David: “Dit zegt de HEER: Wil jij voor mij een ​huis​ bouwen om in te wonen? 6Ik heb toch nooit in een ​huis​ gewoond, vanaf de dag dat ik de Israëlieten uit Egypte heb geleid tot nu toe! Al die tijd trok ik rond in ​tent​ en ​tabernakel7Overal heb ik met de Israëlieten rondgetrokken, en heb ik ooit aan een van de ​herders​ van Israël, die ik had aangesteld om mijn volk te weiden, gevraagd om voor mij een ​huis​ van cederhout te bouwen?” 8Welnu, zeg tegen mijn dienaar, tegen ​David: “Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik heb je achter de kudde vandaan gehaald om mijn volk Israël te leiden. 9Ik heb je bijgestaan in alles wat je ondernam, ik heb al je vijanden voor je uitgeschakeld en ik heb je naam gevestigd als een van de groten der aarde. 10Ik heb aan mijn volk Israël een gebied toegewezen. Daar heb ik het geplant en daar kan het nu onbevreesd wonen. Het wordt niet langer door misdadige volken onderdrukt, zoals toen het er pas woonde 11en ik rechters over mijn volk Israël had aangesteld. Jou heb ik rust gegeven door je van je vijanden te verlossen. De HEERzegt je dat hij voor jou een ​huis​ zal bouwen: 12Wanneer je leven voorbij is en je bij je voorouders te ruste gaat, zal ik je laten opvolgen door je eigen zoon en hem een bestendig koningschap schenken. 13Hij zal een ​huis​ bouwen voor mijn naam, en ik zal ervoor zorgen dat zijn ​troon​ nooit wankelt. 14Ik zal een vader voor hem zijn en hij voor mij een zoon: als hij zondigt, zal ik hem kastijden met stok- en zweepslagen, zoals een vader doet, 15maar hij zal nooit bij mij uit de ​gunst​ raken zoals ​Saul, die ik verstootte omwille van jou. 16Jou stel ik in het vooruitzicht dat je koningshuis eeuwig zal voortbestaan en je ​troon​ nooit zal wankelen.”’


Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

   
© Tim van Beek / Bijdezondag